De VVD is voor de vierde keer de grootste partij geworden. Mark Rutte lijkt populair te zijn en een grote premier bonus te hebben - misschien ook door het Corona 'rally around the flag'-effect. Hoe verhoudt zich dit tot de afgelopen decennia? We zetten de zetelaantallen van de grootste (rondjes) en een-na-grootste (vierkanten) partijen naast elkaar.
In de bovenste grafiek zetten we per verkiezing de grootste en tweede partij op een rij. Er zijn sinds de Tweede Wereldoorlog maar vier partijen de grootste geweest: eerst streden KVP en PvdA om die eer, na de fusie tot CDA streed PvdA met die partij om de grootste te zijn, en de laatste paar jaar is de VVD de grootste. Buiten deze vier partijen zijn er zelfs maar drie keer een andere partij de een-na-grootste geweest dan deze vier (LPF, PVV en D66). Te zien is dat de zetelaantallen van de grootste partij over tijd eerder wat gedaald zijn door de fragmentatie van het politieke landschap. Ook de verschillen met de tweede partij zijn de afgelopen jaren niet uniek. De grootste partij wordt wel langzaam kleiner, tot 1989 was de norm nog rond de 50 zetels maar sindsdien wordt dat niet meer gehaald.
In de onderste twee grafiek worden episodes gedefineerd: een episode begint als een nieuwe partij het grootste is. Dit is negen keer gebeurd sinds 1952. Zeven keer werd diezelfde partij bleef die partij de verkiezing erna het grooste. Vier keer lukte dit zelfs een derde verkiezing. Slechts één keer is het een partij gelukt om bij vier verkiezingen op rij als grootste te eindigen: de VVD onder Rutte van 2010, 2012, 2017 en dus ook 2021. Zetelaantallen en verschillen dus vrij normaal, maar vier keer op rij is een bijzonderheid.
Verder ook te zien: geen trend. Er is geen algemeen effect dat een grootste partij / premier eerst een steeds grotere premiersbonus opstrijkt en na een X aantal jaar 'over tijd' is. Ook is er niet te zien dat episodes met een bepaalde partij als grootste steeds langer duren. Op basis van de uitslagen is er dus lastig zo niet onmgoelijk iets te roepen over groeiende premiersbonussen.